Als een werknemer wordt ontslagen in Nederland heeft hij of zij meestal recht op transitievergoeding. Dit is dus een geldbedrag dat hij krijgt als hij ergens moet stoppen met werken zonder dat hij daar invloed op had. Dit is om de tijd te overbruggen die zit tussen het oude werk en het nieuwe werk. Voor tijdens het zoeken naar een nieuwe baan dus. Dit sociale vangnet is in Nederland per wet vastgelegd en geldt voor iedereen die ouder is dan 18 en meer dan 12 uur per week aan het werk is voor de betreffende werkgever.
Hoe hoog is de transitievergoeding?
De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van meerdere factoren. De eerste factor is hoe lang iemand ergens al werkt. Het is immers logisch dat iemand die pas net in dienst is ergens en na een week ontslagen wordt recht heeft op veel minder vergoeding dan iemand die ergens al zijn hele carrière lang werkzaam is. De tweede bepalende factor van een transitievergoeding is de hoogte van iemands salaris. Hoe hoger iemands salaris, hoe meer het wegvallen hiervan impact zou hebben en hoe hoger de vergoeding dus moet zijn. Iemand moet immers de vaste lasten die hij heeft voor een tijdje na het ontslag kunnen blijven betalen.
Ontslag vastleggen met beëindigingsovereenkomst
Als het ontslag wederzijdse goedkeuring heeft, dan valt er nog te onderhandelen over de hoogte ervan, terwijl het anders gewoon berekend zou worden volgens vaste formules. Dan ga je dus samen met de werkgever om de tafel om een overeenkomst te sluiten waarin de hoogte van de vergoeding bepaald zal worden. Het document waarin dit vastgelegd wordt is de beëindigingsovereenkomst waar beide partijen dus hun handtekening onder moeten zetten. De transitievergoeding is een duidelijk voorbeeld van de sociale vangnetten die er in de Nederlandse samenleving zijn voor werknemers, die dus zo beschermd worden door de Nederlandse verzorgingsstaat die met allerlei wetten wordt geregeld.